Bedrijven dienen te voldoen aan de Wet Milieubeheer, een wet die door de gemeente wordt gehandhaafd. Per 1 januari 2008 is het Activiteitenbesluit hierbij gekomen. Dit heeft vooral administratieve betekenis, specifieke technische eisen zijn door de komst van het Activiteitenbesluit niet gewijzigd. De meeste houtverwerkende bedrijven zijn volgens dit besluit zgn. type B-inrichtingen. Deze zijn niet meer vergunningplichtig. Dat neemt niet weg dat men nog steeds aan de geldende eisen moet voldoen.
Voor afzuiginstallaties zijn de volgende milieu-aspecten van belang:
1. Stofemissie
De emissie-eis voor houtstof is maximaal 5 milligram per kubieke meter uitgeworpen lucht. Omdat afzuigunits worden ontworpen om te voldoen aan de Arbo-recirculatie-eis van maximaal 0,2 mg/m3 (zie Afzuiginstallaties en Atex), is deze uitstoot-eis geen enkel probleem.
Bij sommige oude installaties wordt nog een cycloon toegepast. Dit type afscheider is niet in staat om een emissie van minder dan 5 mg te halen. Of zo ’n cycloon dan nog legaal is, hangt onder andere ook af van de totale uitgeworpen hoeveelheid stof, de zgn. massastroom. Het is in de praktijk niet doenlijk om aan te tonen dat een cycloon aan de milieu-eisen voldoet, reden waarom ze meestal worden vervangen door een filter.
2. Geluid
Het toegelaten geluidniveau is sterk afhankelijk van de plaatselijke situatie. Men dient rekening te houden met specifieke geluidvoorschriften van de gemeente bij het buiten opstellen van afzuigapparatuur. Is er in de onmiddellijke nabijheid (binnen 50 meter) geen sprake van gevoelige objecten, zoals woningen, dan zijn er in het algemeen geen problemen.
3. Overvulbeveiliging
Soms schrijft een gemeente de aanwezigheid van een overvulbeveiliging voor. Technisch gesproken heeft dit niet altijd zin, het is echter vaak niet mogelijk om daarover een inhoudelijke discussie met de vergunningverlener te voeren. Om die reden heeft Riedex diverse volmelders en niveauschakelaars in haar leveringsprogramma. Zie onder Producten/Accessoires.